Na een overstroomde maandag volgden zo’n 50-tal Ravelijners
het VTM én het één én het canvas-weerbericht met argusogen en oren.
Dinsdagmorgen: voor sommigen wat extra stress door de
staking, voor anderen de gebruikelijke bosklaszenuwen en de habitués deden
natuurlijk wat stoer. We vertrokken,
grijs, vochtig, mistig doch droog op de (krokodillen)traantjes van de
thuisblijvers na.
Meester Guido had nog enkele last-minute bestellingen en die
werden heel gewillig richting dubbeldekker gedragen. Onze wijze Nestor der bosklassen, meester
Bernard, sprak met de chauffeur af de file richting Kortrijk te vermijden en we
volgden dus de polderroute via Veurne en Poperinge. Ter hoogte van West-Vleteren
begon meester André onverklaarbaar te watertanden…
Weiden en velden blank van de wateroverlast, boerenpaarden in de modder en beken tien keer breder dan normaal maar wij keuvelden er in onze droge bus gezellig op los tot we in Westouter onverwacht moesten stoppen: veiligheidsagenten in vol ornaat vonden een verdacht pakje, deden de chauffeur blazen en controleerden beide verdiepingen van de bus.
Dan maar te voet richting kamphuis waar we natuurlijk
onmiddellijk onze kamer verkenden en hoeslakens, slaapzakken, pyjama’s en
tedere knuffels klaarlegden “voor vanavond”. De oriëntatie-begaafden onderscheidden zich
duidelijk van de verlorenlopers: terwijl de enen al buiten stonden, waren de
anderen nog de trap aan het zoeken..
Maar we kregen de nodige hulp van onze kamerverantwoordelijke en rond
halftwaalf waren we het binnenplein aan het verkennen.
Daar mochten we kiezen: gewoon babbelen, scoobidoo’en,
bellen blazen, buislopen, go-carten of ’n intellectueler spelletje als
woordzoekers dat minder succes had.
De keukenhoek ademde ’n héérlijke geur uit en toen we
mochten aanschuiven werd duidelijk waarom: pompoensoep (buiten het seizoen en
daardoor lekkerder), cordon bleu, puree en gegratineerde bloemkool rijkelijk in
de kaassaus. Meester Guido heeft het koken-voor-een-grote-bende tijdens zijn
pensioen gelukkig niet verleerd. Juf
Sabine moest dit jaar verstek geven maar juf Griet en meester Jos staken een
tandje bij en ’t was hen nog niet eens aan te zien: in volle glorie schepten ze
gul onze borden vol.
En dan..de afwas…weliswaar leuker dan thuis maar alwéér
leerden we elkaar beter kennen: de ijverigen hadden direct de mouwen
opgestroopt terwijl anderen nog een handdoek zochten als ’t werk al half gedaan
was. Maar juf Hilde valt niet te bedriegen…
Daarna naar buiten om onze T-shirts te verdienen: door gokspelen (dat mag al eens op bosklas)kregen we een lidmaatschapskaart voor Safety First waarna we 6 proeven met succes dienden af te leggen: aldus mikten we eenden in een vijver, ballen op een helm, werden we als geleidehond opgeleid, haalden verkeerskegels op, blusten branden en kegelden op een ladder. Er waren bovendien twee “pakkers” die onze proeven en onze weg ernaartoe voortdurend saboteerden. Maar met trots verdienden we een gloednieuw T-shirt en kenden we ons team voor de komende dagen. Tijd voor een groepsfoto terwijl de T-shirts nog proper én droog waren..
Het begon triest te miezeren maar met een regenjasje aan
togen we aan de estafette: groepsgebeuren én wat competitief: samengeperst in
een rubberband lopen, base-ball-achtig tennissen, eieren overlepelen en ronddraaien
op een bezemsteel die helaas niet in de
lucht ging…
Ons eerste avondmaal bestond uit boterhammen met gerookte
ham en meloen dus de afwassers waren vlugger klaar dan de middagploeg. Op kamp hoort echter een gevoel van
sportiviteit dat daar niet over valt.
De eerste avondactiviteit was een wetenschapsquiz waarbij we véél bijleerden over volume, druk en chemische reacties. Wist u bijvoorbeeld dat een laserstraal NIET door het wateroppervlak gaat? Dat werd ons dus proefondervindelijk bewezen. ’t Schijnt dat bepaalde proeven mislukten maar de ambiance was er niet minder om. Mathias was glansrijke winnaar en Vince de enige die hoger/lager won. Nadien: voor de meesten een avond-kattenwasje maar voor de dappersten nog een stevige griezeltocht: die begon nog redelijk maar werd allengs natter, modderiger, glibberiger én donkerder. We passeerden een spook, een akelige waarzegster, een gemaskerde man, een clochard-op-sandalen en moesten ook daar nog allerlei proeven doen. Doodmoe bereikten we rond “ten elven” het kamphuis waar de meerderheid al rustig in de slaapzak zat. Juffen en meester legden evenwel nog regelmatig hun oor tegen de deur om eventuele slaapzaalambiance tijdig in de kiem te smoren…
Morgen trekken we op dagtocht: sneukeltocht, geniet-tocht, mountainbike en een ruige staptocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten